De tuba is het jongste maar ook grootste familielid uit de koperfamilie. Men probeerde in de eerste helft van de 19e eeuw voor het eerst de tuba uit. Je zou kunnen zeggen dat de uitvindingen van de tuba en fototoestel min of meer samenlopen. Ook dit instrument is er in verschillende gedaanten.
De tenortuba of euphonium zou je kunnen vergelijken met de cello’s. Hij speelt een belangrijke rol in harmonie- en fanfare-orkesten. Euphonium is het Grieks voor ‘klinkt goed’. Deze tuba heeft de hoogste tonen van de tuba’s, is flink wat kleiner dan de bastuba en heeft 4 ventielen.
Ga eens voor een bastuba zitten en probeer eens de buis te volgen van mondstuk tot kelk… dat is nogal wat! De totale lengte van deze buis bedraagt 5,5 meter.
Eigenlijk is het erg jammer dat deze instrumenten nog moeten opboksen tegen de idee dat een tuba vooral een hoempapa-instrument zou zijn. Met een bereik van meer dan 4 oktaven is dit een muzikaal zeer wendbaar instrument, waarop virtuoze passages kunnen worden gespeeld.
Deze instrumenten rusten op de schoot in het orkest.